Koning Salomon staat bekend als een toonbeeld van wijsheid. Hij bad God om wijsheid om een goede koning te kunnen zijn, hij bad niet om macht, rijkdom of aanzien.
Je zou wensen dat regeerders en staatslieden in onze tijd ook meer naar wijsheid zouden verlangen dan naar macht, rijkdom of aanzien. En dat ze meer zouden omzien naar de armen, de kwetsbaren en de zieken en minder de economisch sterken zouden steunen.
Salomon begon veelbelovend, hij had om zo te zeggen de kostbare parel in zijn hand, hij had de verborgen schat gevonden en opgedolven, dat is namelijk de wijsheid hoe hij het koninkrijk der hemelen door zijn regering in praktijk kon brengen. Het koninkrijk der hemelen, wat is dat? Dat heeft in de woorden van Jezus in ieder geval niets te maken met de hemelse toekomst waar wij naar uitzien. Het koninkrijk der hemelen of het koninkrijk van God, dat is hetzelfde, heeft te maken met het nu en het hier. Het heeft te maken met het goede leven hier zoals God het wil, waar de goede herder koning is, die meer oog heeft voor hen die verloren lopen dan voor hen die gevestigd en gesetteld zijn.
Salomon begon veelbelovend, maar macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut, en ten slotte is hij diep gevallen. Hij vereerde afgoden, de afgoden van mateloze luxe, van mateloze genotzucht en mateloze eerzucht.
Wij leven in een moeilijke tijd, de tijd van de coronacrisis, van de pandemie. We hebben er allemaal mee te maken, we ondervinden er allemaal de gevolgen van, niemand kan zich eraan onttrekken. Dat kan bij een epidemie wel, want die is plaatselijk. Als er in het oude Rome, lang geleden, een besmettelijke ziekte uitbrak, verlieten de rijken en machtigen op stel en sprong de stad en gingen naar hun buitenhuizen in een gezonde streek en lieten de armen, de zwakken en zieken aan hun lot over. Maar de christenen gingen niet weg, zij verzorgden en verpleegden de zieken vaak met gevaar voor hun eigen leven. Dat riep bewondering op, want zoiets was nog nooit voorgekomen, nog nooit vertoond, zodat zelfs de heidenen over de christenen zeiden: “Zie hoe zij elkander liefhebben.” Nu heeft de staat de zorg voor zieken, voor coronapatiënten en gehandicapten grotendeels overgenomen, in navolging van de christenen, grotendeels, maar het is nog lang niet genoeg. Waarom deden die christenen dat? Omdat ze christen waren. Omdat ze van Christus waren en als Christus wilden zijn: weldoende rondgaan, de zieken bijstaan en de hongerigen te eten geven. Zoals Jezus het koninkrijk der hemelen gestalte wilde geven, zo wilden zij dat ook.
De schat in de akker, de kostbare parel. Die hadden die christenen gevonden en opgedolven. Zij hadden Jezus gevonden, hij had hen geraakt, had bezit van hen genomen en zij hadden zich in bezit laten nemen. En zij vroegen niet aan de pestlijders, wat die misdaan hadden, dat ze die ziekte hadden opgelopen. Dat had Jezus ook nooit gedaan. Wij mogen ook nooit van mensen die corona hebben opgelopen of een andere ziekte, denken dat zij wel gezondigd zullen hebben en zo gestraft zijn. Nee, zij hadden gezien of gehoord dat Jezus, wanneer een melaatse of een blinde op zijn weg kwam, onmiddellijk zijn handen uitstak en de melaatse of blinde genas. En ook een volgeling van Jezus kijkt dan niet weg.
Die is wijs, zoals Salomon in het begin van zijn koningschap, en vraagt niet naar schuld, stelt zelfs geen eisen of voorwaarden, maar gaat onmiddellijk over tot handelen. Dat heet in het evangelie dat hij een steentje bijdraagt voor de vestiging van het koninkrijk der hemelen. Oftewel op bescheiden wijze helpt herstellen wat verkeerd was en zijn handen uit de mouwen steekt voor het vernieuwen van de aarde.
Een volgeling van Jezus zal niet alleen maar werken aan de verbetering van de wereld, hij zal ook bidden zoals Jezus. “Bid en werk” luidt het motto, “ora et labora”. Hij zal bidden om wijsheid, om een opmerkzame geest, om te zien waar de noden liggen en wat hem te doen staat. Hij zal bidden: “Uw koninkrijk kome”, dat wil zeggen: Uw koninkrijk kome nú al, niet alleen in de toekomst. En hij zal bidden: “Vergeef ons onze schulden”, omdat hij weet dat hij niet volmaakt is en dat er nog veel is dat niet deugt. En hij zal bidden dat hij de verborgen schat en de kostbare parel, dat wil zeggen Jezus en zijn koninkrijk elke dag opnieuw mag zoeken en vinden. AMEN.
Leo Wenneker