22A 2017

Paus Franciscus staat in hoog aanzien bij de meeste mensen en is geliefd. Hij is eenvoudig, leeft sober en spreekt gewone taal. Hij weet ook wat hij wil en houdt zijn ideeën niet verborgen, maar ook hij staat in een eeuwenlange traditie waarvan hij niet zomaar kan afwijken. En hij ondervindt ook kritiek. Hij zou veel te veel een knuffelpaus zijn, deze paus van Argentijnse afkomst met Italiaanse wortels. Hij zou ook niet echt op een verheven manier liturgie vieren: hij zingt nooit, hij praat monotoon en houdt gewone preken, meer bestemd voor het eenvoudige volk dan voor de geletterde en hoogopgeleide gelovigen.
Ja, en wat het ergste is: hij zou zich niet aan de rechte leer houden, hij zou de indruk wekken het Rooms-katholieke geloof niet als het enig ware te beschouwen en alles op het gebied van de zeden maar goed te vinden, zoals homoseksualiteit en dat gescheiden en hertrouwde mensen te communie mogen. Die punten van kritiek van de uiterst orthodoxe zijde zijn pertinent vals en dat weten de critici zelf ook wel, als ze wat dieper nadenken. De paus is gewoon barmhartig en kan niet kruipen in het geweten van de gelovigen, maar hij vindt zeker niet alles goed. Hij laat Jezus en het evangelie niet los, integendeel.

Ik kom hierop, omdat het vandaag over Petrus gaat van wie paus Franciscus de opvolger is. We zijn intussen 20 eeuwen en 265 pausen verder. En het pausschap heeft sindsdien een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Het is veranderd, heeft zich aangepast en is in de kern gelijk gebleven aan wat Jezus bedoeld heeft.
Petrus was de eerste. Hij komt opvallend veel in de evangeliën en andere geschriften van het Nieuwe Testament voor, opvallend veel keer maar ook op zeer opvallende wijze. Zoals vandaag bijvoorbeeld. Wij spreken over de heilige Petrus, maar hij was wisselvallig, wisselde briljante momenten af met donkere en laffe. Hij heeft een ontwikkeling doorgemaakt en pas na zijn dood kon je hem als heilige beschouwen. Wat zijn levensgeschiedenis leert is dat je niet volmaakt hoeft te zijn om heilig verklaard te worden.

Een heilige is iemand die zich laat verleiden door God, die zich door Christus laat lokken, Christus die niet zegt: “Dit mag je niet en dat moet je”, maar “kom, deze kant op, volg mij.” Jezus koos twaalf apostelen, geen was volmaakt, maar hij zei: “Ik ken je, ik waag het met je.” Petrus bijvoorbeeld sprak pontificaal een geloofsbelijdenis uit en later zei hij glashard: “Ik ken hem niet.” Hij ging met hem de berg op en zag hem daar in zijn heerlijkheid en in de hof van olijven, toen Jezus in doodsangst tot zijn Vader bad, lag hij te slapen. Pas na de verrijzenis van Jezus hechtte Petrus zich onvoorwaardelijk aan zijn Heer. Toen pas besefte hij wie Jezus was en wat hij van hem persoonlijk vroeg.

Hoe makkelijk is het niet om Jezus los te laten. Zelfs veel pausen hebben hem verloochend om hun eigen belangen na te jagen. Hoe zou het dan zijn met ons, gewone gelovigen?

Jeremia, uit de eerste lezing, de profeet die zijn God niet kon loslaten – eenmaal was hij voor de verleiding bezweken, hij kon niet tegen hem op – weet wat het hem kostte. Hij móest zijn mensen waarschuwen, zonder ophouden, maar zij lachten hem uit en overlaadden hem met smaad.

Het volgen van Jezus kan veel ellende met zich meeslepen en veel offers kosten. Over ons kan lacherig worden gedaan: “Wat?! Geloof jij nog? Dat is toch uit de tijd!” En wat te denken van de christenen die om hun geloof in Christus vervolgd worden in landen als Irak, Syrië en elders? Maar niets is vreemd in onze tijd. Het is altijd zo geweest, maar niet altijd op dezelfde plaats en op dezelfde manier.

Petrus had met Jezus een soort knipperlichtrelatie: aan uit, aan uit, aan uit, tot hij zich totaal overgaf. Ook wij of velen van ons hebben dat. Je mag het ook een Latrelatie noemen, Living Apart Together, apart samen levend. Soms zijn zij bij elkaar en soms gescheiden en dan doen ze hun eigen dingen. Zo ook veel gelovigen: nu eens besteden ze aandacht aan God en dan weer doen ze een poos hun eigen dingen.
Maar één ding staat vast: God, Jezus laat ons niet los. Zijn keuze voor ons is onvoorwaardelijk, omdat zijn liefde voor ons onvoorwaardelijk is.
Hij heeft Petrus niet losgelaten, ook al had die hem wel losgelaten, toen hij hem verloochende en zei dat hij hem niet kende. AMEN.

Leo Wenneker


U achterna

U achterna, dat worden smalle wegen,
de stilte tegemoet, de bergen in, -
een kale wereld, afgelegen,
en elke bocht een hachelijk begin.

U achterna, dat wordt een pijnlijk wagen,
ver van vertrouwd geluk, al is dat klein;
dat wordt eenmaal uw zware last meedragen
en altijd onderweg en dakloos zijn.

U achterna, dat is voor armoe kiezen,
voor honger en voor dorst en voor gemis
en elke droom van zekerheid verliezen
in een ontmoedigende duisternis.

U roep ik aan, u die ik na moet leven
en die uw kruis nog krijgt en Golgota:
o Jezus, help me, als ik het zou begeven
aan ’t einde van de reis u achterna.

Michel van der Plas