CHRISTUS KONING 2020

Christus Koning
. Hoe stelt u zich die koning voor? Als de koningen die wij kennen van de landen om ons heen en van ons eigen land? Nee, daar is hij juist aan tegengesteld. Hij is meer een antikoning.
Als de koningen van voor de Franse revolutie, die min of meer alleenheersers waren met ongebreidelde macht? Nee, zeker niet.
Ook de koningen in de Bijbel, zoals Saul, David, Salomon en hun opvolgers lijken niet op hem. Hij is anders, totaal anders.

Christus Koning. Hij wordt niet geboren in een koninklijk paleis maar in een stal. Hij krijgt geen kraamvisite van dames en heren van de hogere standen maar van herders op het land en van wijzen uit het buitenland, van wie, naar men zegt, één zwarte, die welkom was. Hij wordt niet, zoals alle pasgeboren prinsjes in een luxe wieg gelegd maar in een voederbak voor het vee. Hij rijdt niet op een paard, een strijdros, zoals de koningen vroeger die zelf ten strijde trokken, maar op een ezel, een lastdier. Hij wordt niet rondgereden in een gouden of glazen koets of in een limousine, maar gaat te voet. Hij slaapt niet in een kostbaar bed, nee hij heeft zelfs geen steen om zijn hoofd op neer te leggen. Hij houdt geen dure vakanties, heeft geen buitenhuizen, heeft ook geen vrijstelling van allerlei belastingen. Hij jaagt niet op wilde dieren en bezit geen zeewaardig jacht. Met deze schets, broeders en zusters, wil ik alleen maar het enorme contrast laten zien tussen Christus Koning in zijn aardse leven en de koningen van nu en het verleden. Dat contrast, die tegenstelling, dat verschil blijkt ook duidelijk uit twee uitroepen: voor de één “Leve de koning, hoera” en voor de ander “Kruisig hem”. Bovendien zijn de koningen van deze wereld onschendbaar. Ze genieten bescherming aan alle kanten. Christus Koning daarentegen staat zijn volk ten dienste met heel zijn verstand en al zijn krachten, hij profiteert niet van zijn onderdanen, maar geeft zijn leven voor zijn mensen. Hij heeft zelfs geen onderdanen, want wij zijn medekoningen, medepriesters en medeprofeten. Zo worden wij genoemd en wij zijn het ook.

Christus Koning. Ten slotte sterft hij aan het kruis. Pilatus laat daar een opschrift aanbrengen met: “Jezus van Nazaret, de koning van de Joden.” Dat was om hem te beschimpen, maar, o ironie, hij had wel gelijk, zonder het te weten.  
Christus Koning. Er staat een schets van de ideale koning die hij is in een psalm, deze: “Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept, wie zwak is en geen helper heeft. Hij ontfermt zich over weerlozen en armen, wie arm is, redt hij het leven.” (Psalm 72,12-13)

Christus Koning. Ook wat de profeet Ezechiël zegt in de eerste lezing mogen we gerust op hem toepassen. De ideale koning is de goede herder. “Ik zoek mijn kudde en bezoek mijn eigen schapen.” Hij ziet naar ze om wanneer ze verstrooid zijn, hij brengt ze in veiligheid, hoe ver ze ook afgedwaald zijn. Het vermiste schaap zoek ik, het gewonde verbind ik, het zieke geef ik weer kracht en het gezonde en sterke blijf ik verzorgen.” Dat doet Christus Koning. Dan kunnen wij toch niet achterblijven. Kunnen wij dan de vluchtelingen aan hun lot overlaten? Kunnen wij de kinderen in de vluchtelingenkampen laten creperen? Kunnen wij dan zeggen: Wij  eerst? Dat is onchristelijk, dat is immoreel, dat is onmenselijk.
 
En dan Matteüs. In de voorgelezen passage uit het evangelie van Matteüs hoorden we hoe wij ons koninklijk moeten gedragen. In de minste treedt Jezus ons tegemoet, in iedere arme, kwetsbare weerloze medemens. Als wij ons erop beroemen dat Christus onze Koning is, als wij er trots op zijn tot zijn koninkrijk te behoren, als hij ons niet zijn onderdanen, maar zijn medekoningen noemt, kunnen wij ons dan anders dan koninklijk gedragen? Nee, dat kunnen wij niet. Nee, dat mogen wij niet.

Christus Koning van het heelal. Ja, dat is hij. Want  zit hij aan de rechterhand van de Vader, triomferend op zijn troon. Én hij is onder ons, in de minsten zien wij zijn gezicht, in de minsten treedt hij ons tegemoet. En hij is onder ons in elke eucharistieviering in het Brood en de Wijn, gewoon voedsel, geen luxe spijzen, maar het onmisbare en levensnoodzakelijke voedsel voor de armen. In dat Brood neemt hij bezit van ons en bevestigt hij zijn verbondenheid met ons en sterkt ons om koninklijk, om royaal te leven in zijn spoor. Christus Koning. AMEN.

Leo Wenneker