In het zojuist voorgelezen evangelie spelen een volwassen vrouw en een meisje van ongeveer twaalf jaar een belangrijke rol. Jezus speelt de hoofdrol. Het meisje heeft geen naam. Het is het dochtertje van Jaïrus, de vader, de man die wel met name genoemd wordt. Ook de vrouw heeft geen naam. Zij staat bekend als de vrouw die aan bloedvloeiing lijdt. Ook al staan vrouwen vandaag in de aandacht, alleen de mannen worden in dit evangelie met name genoemd, verderop Petrus, Jakobus en Johannes en niet de moeder van het meisje. Dat geeft weer hoe de sfeer in die dagen was, maar uit dit evangelie kunnen we ook leren hoe Jezus tegen die cultuur inging.
De kerk heeft van het begin af aan vrouwen nooit hoge posities laten innemen. En daar is zij nauwelijks van afgeweken, tot op de dag van vandaag. Paus Johannes Paulus II, de Poolse paus, heeft in de negentiger jaren van de vorige eeuw bepaald dat vrouwen geen priester kunnen worden. Dat was een uitspraak met groot gezag, bijna onfeilbaar, bijna. Een kardinaal merkte toen op dat hij niet gezegd had dat ze geen diaken kunnen worden. En daar is het bij gebleven. Onze paus Franciscus voelt zich zo omgeven door conservatieve kerkleiders dat ook hij geen veranderingen aandurft. Helaas.
Jezus was niet vrouwonvriendelijk, integendeel, hij was zelfs vrouwvriendelijk. Wel had hij twaalf mannen uitgekozen als de twaalf apostelen, maar er was ook minstens één bijzondere vrouw in zijn kring: Maria Magdalena. Die stond net als zijn moeder Maria met de apostel Johannes bij het kruis waaraan hij hing. En zij was ook de eerste die bij het lege graf kwam vóór Petrus en Johannes die door haar gewaarschuwd waren en zij was ook de eerste die hem in levenden lijve zag vóór Petrus en Johannes, de mannen.
En ook in het evangelie van deze zondag toont Jezus bijzondere aandacht aan twee personen van het vrouwelijk geslacht, een meisje van twaalf dat erg ziek is en een volwassen vrouw die al twaalf jaar aan een ernstige kwaal lijdt. De laatste weet hem aan te raken in een drukke menigte. Fysiek is hij aangeraakt, iets wat in onze huidige coronatijd niet toegestaan zou zijn. Ook door het meisje van twaalf jaar is hij geraakt, uit de verte, in zijn hart. Jezus wist van zijn kant mensen te raken omdat hij zichzelf liet raken door hun zorgen, hun honger en hun kwalen, hun eenzaamheid en lijden. Zo is hij nu eenmaal.
Hij zegt tegen niemand: “Ga jij maar weg. Jij hoort er niet bij”, zoals veel vluchtelingen tegenwoordig te horen krijgen. Hij zegt: “Komt allen tot mij, die onder lasten gebukt gaat, wat voor lasten dan ook.” “Mannen en vouwen, jongens en meisjes, blanken en zwarten, vooral als jullie je achtergesteld voelen door de machthebbers en de rijken, zijn jullie bij mij welkom.”
De emancipatie van de vrouw gaat in de kerk, uiteraard, zou ik bijna zeggen, veel langzamer dan in de maatschappij. De kerk houdt geen gelijke tred met wat er buiten de kerk plaatsvindt, wat dat betreft, ook al is er sinds het Tweede Vaticaanse Concilie zestig jaar geleden al veel verbeterd. En niemand zal ontkennen dat de kerk in de hogere regionen, o.a. de curie, nog een mannenmaatschappij is. Dat is voor iedereen goed te zien een plechtige viering in de Sint Pieter op tv of een pauskeuze in de Sixtijnse kapel. Ook in de maatschappij kan er nog veel vooruitgang gemaakt worden om de achterstelling en onderdrukking van vrouwen weg te werken, maar zeker in de kerk mag het tempo echt wel wat hoger worden, vind ik.
Jezus was een kind van zijn tijd. Hij leefde in de beperkingen van de cultuur van zijn dagen. Had te maken met de tunnelvisie van zijn medemensen, met de opvattingen die toen gangbaar waren. Maar daar ging hij niet klakkeloos en blindelings in mee. Hij verzette zich tegen macht en rijkdom, had kritiek op ouderwetse ideeën en nam het vooral op voor kwetsbare, geminachte en achtergestelde groepen zoals kinderen, armen, zieken, mensen met een kwaal of handicap, die niet welkom waren, en zo had hij ook speciale aandacht en zorg voor de vrouwen. Als ik dat zo zeg, besef ik dat het klinkt als een programma van links. Zo behoort toch ook een christelijk programma te zijn? Maar ook in de kerk is er progressie, langzaam maar zeker. AMEN.
Leo Wenneker