KERSTMIS DAGMIS 2021

We hebben hier in onze kerk een indrukwekkende kerststal met Maria, Josef, het kind in de voerbak, de herders, de os en de ezel, en de drie koningen en hun gevolg zijn er ook al. Ook thuis hebben de meesten van ons een kerststal. Dat is een uitbeelding van het kerstverhaal dat in de nacht wordt voorgelezen. En dat maakt meer indruk op ons dan het verhaal dat ik zojuist heb gelezen uit het evangelie van Johannes. Dat is namelijk hoog, zeg maar goddelijk. Dat andere laag, zeg maar menselijk. Maar de deur staat ook in het zogenaamde lage, menselijke verhaal op een kier naar omhoog, net als in het hoge, goddelijke naar omlaag. In dat van vannacht zingen de engelen vanuit de hemel: “Eer zij God in den hoge” en in dat van zojuist hoorden we: “Het Woord dat bij God was is vlees, is mens geworden en heeft onder ons gewoond.”

Maar u hebt gelijkt: het ene benadrukt meer het menselijke en het andere het goddelijke. Beide benadrukken ze de hele persoon, maar het een meer dan het ander. Hij is beide: God en mens, een mens die God is. Wij hebben dus een medemens die God is. Hij kent het leven van ons mensen uit ervaring. Hij is God met ons.

In het evangelie van Johannes dat zo hoog begint met: “In het begin was het Woord” schildert de evangelist verder een beeld van Jezus als in- en in menselijk. Hij feestte op een bruiloft. Hij was vermoeid en had dorst tijdens een lange wandeling. Hij weende bij het graf van Lazarus met diens zussen Martha en Maria en hij was kwaad toen hij de handel in de tempel zag, en toch bleef het mysterie om hem heen hangen: “Wie is hij? Waar komt hij vandaan?”
In de nacht knielen we voor hem in de kribbe, omdat we geloven dat daar onze koning ligt. Een ándere koning, een eenvoudige koning, een nederige.  En als de koning anders is dan moeten ook de onderdanen anders zijn. Dan is ook het koninkrijk anders.

Deze koning die vannacht geboren is wordt niet overladen  met allerlei privileges zoals moderne, aardse koningen in onze tijd. Integendeel. Hij discrimineert niet, maar doorbreekt steeds weer de maatschappelijke tegenstellingen, of het nu de Samaritaan is die hij ten voorbeeld stelt of de buitenlandse  vrouw die hij om haar geloof prijst of de tollenaar die hij om zijn nederigheid verheft. Zelfs aan het kruis nodigt hij de man die naast hem hangt nog uit in het paradijs. Dat idee van de tweedeling zit echt niet in de Bijbel. Nee, wij geloven in een God die het geknakte riet niet zal breken, maar juist weer recht zal buigen en op zal richten. En zeker, hij ziet onze pijn niet alleen, hij heeft die ook aan den lijve ervaren en hij stuurt medemensen om ons te genezen.
Wat een dwaasheid om te zeggen: “Ik laat me niet vaccineren, want God zorgt voor me.” Hoe zorgt God voor je? Wel, dank zij de mensen om je heen. Als je de hulp van de mensen om je heen weigert, weiger je de hulp van God. Hij zegt: “Ik zie hun nood en ik zend een medemens om hen te helpen.” Dat is zijn manier van doen. Daarvoor is hij mens geworden, om dat te laten zien. Hij is niet een koning bóven zijn mensen, maar mét zijn mensen. Hij bidt met ons: “Uit de diepte roep ik tot U, o Heer. Uit de modderpoel van de pandemie, uit de puinhopen van de fraude en de corruptie, uit de wijdverbreide bagger van de misbruikschandalen.”

Zo bidt met ons het Woord dat vlees geworden is. Hij zit met ons in hetzelfde moeras.

Deze kleine koning gaat regelrecht in tegen: “Ik eerst. Wij eerst! Ons land eerst.” Hij bouwt geen muur om ongewenste personen buiten te houden, integendeel, hij houdt open huis. Hij zegt: “Komt allen tot mij, die onder lasten gebukt gaat. Ik zal u verkwikken.”

Op Kerstmis worden hemel en aarde nauw met elkaar verbonden. God komt op ons niveau en wij worden verheven tot Gods niveau. Maar we mogen nooit vergeten dat wij mensen zijn, dat wil zeggen: onderworpen aan slijtage en aftakeling en op weg naar het einde. En dat merk je des te meer naarmate je ouder wordt. Maar we mogen ook nooit vergeten dat hij al het menselijke heeft meegemaakt, de pijn, de achteruitgang en de dood. Kerstmis: het Woord is vlees geworden, is het begin van het einde, en dat einde is glorieus: eeuwig leven. Dat is onze hoop. AMEN.

Leo Wenneker

 

credits  / cookie gebruik